Redactioneel

Dit is een buitengewoon nummer. Buitengewoon allereerst vanwege de omvang. De redactie van Michsjol prijst zich gelukkig met de redactionele ruimte vrijheid om zo uit de band van een gewoon nummer te kunnen springen. Gelukkig zijn we ook met het artikel, dat dit nummer domineert: een indrukwekkend voorbeeld van biografische theologie van de hand van Johan Snoek, éminence grise in theologisch en biografisch opzicht.

Snoek struikelde over de theologie van Marquardt in een eerder themanummer van Michsjol (Onopgeefbare verbondenheid, 2002), kropte zijn woede niet op maar schreef een stuk dat enige tijd in theologisch Nederland rondzwierf en van hand tot hand zijn weg en weerklank vond. Snoek aarzelde over publicatie ervan, maar werd in gesprekken hiertoe overtuigd en bood het aan de redactie van dit tijdschrift aan.

Johan Snoek laat in zijn bijdrage op eerlijke en openhartig zien, hoe zijn Israël-theologie ontstond, vorm kreeg en zich ontwikkelde in de bedding van zijn eigen levensloop. Na een actieve betrokkenheid bij het verzet en de hulp aan onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog wijdde Snoek na de oorlog een belangrijk deel van zijn leven en werken aan de verbondenheid met Israël en aan een beter begrip tussen Joden en christenen. Hij verbleef als predikant langdurig in Tiberias in Israël en was in de periode die daarop volgde als staflid van de Wereldraad van Kerken in Geneve belast met de verhouding tussen de kerken en het Joodse volk. Hij schrijft hoe hij eerst ver blind werd door een romantische kijk op de kibboets. Maar vanuit zijn verbondenheid met Israël groeide echter ook zijn kritische blik. Frappant daarbij is hoezeer de ontwikkeling die Snoek persoonlijk doormaakt, een afspiegeling is van de ontwikkeling die de Israël-theologie in Nederland als geheel grosso modo doormaakt.

Afscheidslied...

Tot zover de aanzet tot voorwoord van Derk Stegeman, die afgelopen najaar is gestopt met het voorzitten van de redactie. Dankzij zijn bemoeienis kunnen we het belangwekkende artikel van Johan Snoek publiceren. Derk heeft er tevens voor gezorgd dat het driemanschap Dick Boer, Maarten den Dulk en Anton Wessels een reactie heeft geleverd. Tijdgenoten, medestrijders die vanuit hun eigen betrokkenheid en stiel in gesprek gaan. Het lukte Derk niet meer om het voorwoord af te maken. Er doemde een writers block op. Dat is te begrijpen; na zoveel jaren ziel en zaligheid in dit blad gelegd te hebben, valt het niet mee om uit handen te geven. Als achtergebleven en enigszins verweesde redactie zijn we Derk erkentelijk voor zoveel inspiratie en transpiratie! Het is en blijft a hell of a job zo’n nummer als dit redigeren en persklaar maken. Daar kunnen Inge Kooistra en ondergetekende over mee spreken. Overigens werden we afgelopen weken regelmatig door de actualiteit ingehaald. Kerkinactie die de relatie met United Civilians voor Peace (UCP) opzegt. Wederom discussie op de Yahoogroup “PKN-klanken.”

Afijn, wij pakken de draad op en hebben vanuit het netwerk de auteurs Coen Wessel, Jurgen van den Herik en Bernard Buunk (Geneve) toegevoegd aan het rijtje scribenten. De twee Friese scribenten hebben hun trom danig geroerd afgelopen jaar op de website van de Yahoo-group “PKN-klanken” toen de kwestie Mos aan de orde was. U weet wel, de predikant uit Wassenaar die de Jood in zichzelf op kwalijke wijze benoemde. Coen herleest Miskotte's proefschrift en herademt, terwijl Jurgen zichzelf interviewt en Kroon laat buikspreken. Hoe staat het met de Israëltheologie nu – welke wegen worden gezocht? Miskotte en Kroon wijzen nog steeds de weg. Of hebben we een andere Tom Tom nodig? Voor het aanleveren en vertalen van het laatste artikel zijn we Pieter Oussoren dankbaar. (NB: Franstalige KD-noten zijn niet gekraakt en overgezet naar Duitstalige noten.) Dekselse Javaanse jongens! Tenslotte tussen de bedrijven door Javascript, de bekende bijdrage uit Djakarta, waarschijnlijk de laatste, want Lucien komt weer onze kant op, om de redactie weer met vlees en bloed te versterken. Vlees van ons vlees, bloed van ons bloed. Maranatha!

Tenslotte zijn we verheugd dat u gewaardeerde lezer er nog bent. Uw wachten wordt beloond, want we presenteren met trots niet alleen dit onderhavig dubbelnummer, maar tevens kondigen we een studieweekend aan half april te Groesbeek. Centraal het boek van de Nijmeegse theoloog Erik Borgman: Metamorfosen. De auteur heeft toegezegd de openingslezing te verzorgen. In dit nummer treft u een voorlopig programma aan – op de website (www.michsjol.nl) vindt u binnenkort meer informatie.

Onopgeefbaar verbonden?

“Onopgeefbaar verbonden” komt haast dwangmatig, zo je wilt pathologisch, dan wel martiaal over. Misschien is autistisch wel het juiste woord. De term “onopgeefbaar” is van toepassing op een Siamese tweeling, die samen longen en bloedsomloop deelt. Je kunt ze niet van elkaar scheiden, want dan zou je het leven van de een opgeven ten faveure van de ander. Onopgeefbaar tot de dood ons scheidt.

Kun je niet gewoon verbonden zijn met elkaar? Nee, dan kan niet want “met elkaar” is al helemaal niet aan de orde – het betreft een eenzijdige verbondenheid. De ander heeft zich niet verbonden, en weet zich geen raad met deze eenzijdige onopgeefbare verbintenis. Een buitenstaander zou zeggen dat het een verbintenis tussen ongelijkwaardige partners betreft. Is dat eigenlijk wel een verbintenis?

Bijbels theologisch wordt gezegd van het verbond dat God met Mozes snijdt dat het een verbond tussen ongelijkwaardige partners is. Ook daarvan denk ik dat het een fraaie christelijke benadering is, want wie weet hoe Mozes met God strijdt om vernietiging te voorkomen, zal onder de indruk raken van zijn adel en gelijkwaardigheid. Mozes die God niet in zichzelf laat onder gaan. Het is jouw volk, jij moest zo nodig uit Egypte vertrekken, dus jij zult het moeten volhouden. Niet voor niets krijgt Mozes twee exemplaren van het verbond mee – de kopie van Adonai rust naast die van Israël in de tabernakel. Ze zijn aardig aan elkaar gewaagd!

Rabbijn Tzvi Marx heeft in het vorig nummer van Michsjol betoogd dat God, God van alle volkeren is. Niet exclusief te claimen door Israël alleen. Elk volk heeft toegang tot God. Waarmee hij ten diepste wil zeggen: jullie hebt ons helemaal niet nodig om tot God te komen. Hij vraagt zich dan ook luidop af wat hij koopt voor die onopgeefbare verbondenheid?! Het christelijk geloof en de Joodse religie zijn niet met elkaar te vergelijken. Werelden van verschil. Neem nu alleen al de wijze waarop de feesten worden gevierd, en de impact op het dagelijks leven. Verkeerd verbonden?

Verbondenheid

Als er sprake van verbondenheid is, dan is dat via God, die van alle volkeren is. Efraim de Syriër (vierde eeuw) heeft over de veelkleurige rijkdom van Gods woord het volgende geschreven:

Heer, wie kan de onmetelijkheid bevatten van wat er valt te ontdekken in één enkel woord uit uw mond. Wat wij daarvan moeten laten liggen, is stukken groter dan wat wij ervan tot ons kunnen nemen – net als mensen overkomt die dorst hebben, bij het drinken uit een bron.

De facetten van Gods Woord zijn zeer talrijk, zoals er veel facetten zijn bij degenen die zich erop toeleggen Gods Woord te leren kennen. God heeft aan zijn Woord vele mooie kleuren en vormen gegeven, zodat ieder die zich erin verdiept dát aspect kan zien dat hem aanspreekt.

En God heeft in zijn Woord schatten van velerlei soort verborgen, zodat ieder van ons die het bemediteert, erdoor verrijkt kan worden. Immers, het Woord van God is een Levensboom die jou van alle zijden gezegende vruchten aanbiedt.

‘Zij aten het voedsel van de Geest en dronken de drank van de Geest.’

Wie op één deel van de schatten van Gods woord stoot, moet niet denken, dat dat deel het enige is dat daar te vinden valt. Laat hij zich vooral goed realiseren, dat hij van die vele schatten er maar eentje heeft kunnen ontdekken.

(vertaling Leo van Leijsen)

Dubbele solidariteit?

Wie de lijst van “besmette” bedrijven en produkten bekijkt die al geruime tijd door de Israëlische vredesgroep “Gush Shalom” op het internet wordt gepubliceerd, zal ontdekken dat een aantal gerenommeerde Israëlische wijnkelders actief is in bezette gebieden. Volgens EU-wetgeving zijn producten uit bezet gebied niet welkom in Europa, omdat ze niet alleen met fikse belastingvoordelen worden geproduceerd en uitgevoerd (valse concurrentie), maar omdat ze gemaakt worden in betwist gebied, dat aan de Palestijnen toebehoort. In Nederland heeft met name ICCO gepleit voor een boycot van deze producten. Te vergelijken met de actie destijds tegen invoer van Outspan-sinaasappelen uit Zuid-Afrika.

Wrang vind ik de gedachte dat veel van de wijn die voor de eucharistie of het avondmaal wordt gebruikt Israëlische wijn bevat, waarvan een gedeelte afkomstig zou kunnen zijn uit bezet gebied. Palestijnen zijn goed genoeg voor het land, de pluk en het bottelen, maar verder hebben ze geen vinger in de pap. Ik zie steeds weer het Outspan-protest-vignet voor mij: een hoofd uitgedraaid op een citruspers. Wanneer nu de beker met wijn rondgaat nadat de inzettingswoorden zijn uitgesproken, zie ik een wijnpers met soortgelijke beelden..... Ik kan me daar niet meer aan onttrekken.

Tegelijk zo bedacht ik me in een moment van innerlijke verwarring maakt dit het communiceren alleen maar authentieker. Frasen als: Wijn van het koninkrijk, of: Bloed dat vergoten wordt ter vergeving van zonden. Het past bij ons. In de wijn, of we willen of niet, verbonden met zowel Israël, als de Palestijnen. Zoiets bedenk je niet. In Vino Veritas. Het maakt eens te meer duidelijk hoezeer we in een crisis geraken, wanneer niet klare wijn wordt geschonken. Zo drinken wij ons letterlijk en figuurlijk een oordeel, en komen we openlijk eindelijk eens tot een oordeel. Aan Michsjol zal het niet liggen.