Zorg-saamheid

Alweer enige tijd geleden was er een reclameleus van een grote zorgverzekeraar die zich profileerde als een organisatie die ont-zorgt. De verzekeraar wil mensen zoveel mogelijk zorgen uit handen nemen. Want wie moet zorgen, heeft een hoop rompslomp. Het stoort. Het leidt je af van wat je wilt doen. Impliciet klinkt in die reclameleus dat zorgen een noodzakelijk kwaad is, waarmee je niet te veel te maken moet krijgen. Het ideaalbeeld wordt neergezet van een mens als zelfstandig individu die zijn eigen boontjes weet te doppen en áls de nood aan de man of vrouw komt, zijn of haar zaakjes goed weet te regelen bij deze verzekeraar, die ‘ont-zorgt'.

Zelf zie ik het anders. Zorg is met het menszijn gegeven. Mensen zijn op elkaar aangewezen en dragen de ene keer zorg voor iemand anders - soms als vader of moeder, als mantelzorger, als vrijwilliger, als professional - of ontvangen op een ander moment zorg. ‘Ben ik mijn broeders hoeder?' luidt één van de eerste vragen van de mens en het antwoord luidt bevestigend. Inderdaad, mensen dienen oog voor elkaar te hebben.

Zorgen

Dit eigen karakter van de zorg is terug te voeren op de grondbetekenis van ons Nederlandse woord ‘zorg'. Allereerst is de betekenis: zich bekommeren. Wie zorgt, bekommert zich om een zo gunstig mogelijke leefsituatie voor de ander. Zorgen is zorg-dragen. Dat impliceert verantwoordelijkheid, toewijding, aandacht hebben voor iemands welzijn.

De tweede betekenis heeft te maken met lijden, ziekte en doodsdreiging. Het zorgelijke en zorgwekkende komt in beeld: het eigen leven dat zorgen baart vanwege het altijd dreigende gevaar en de gebreken die ons bestaan aankleven. Het leven is kwetsbaar. Ziekte en lijden sluipen steeds onverwachts naar binnen. Gevoelens van angst en ongerustheid gaan daarin mee. Zorgen is lijden. Vaak zijn beide perspectieven in onszelf verenigd: we zorgen voor anderen, maar maken ons ook zorgen. Het hoort bij elkaar. Lijden en zorg kennen elkaar. Ze brengen elkaar aan het licht. Leven zonder zorgen is niet mogelijk. En daarin hebben mensen elkaar nodig. Niet als een noodzakelijk kwaad, maar als een fundamenteel gegeven. Wie over zorgen en ‘de zorg' nadenkt, kan niet heen om de vraag wat mensen voor elkaar kunnen betekenen en hoe zij inhoud geven aan hun relatie in een zorgwekkende situatie.

Wat is in het verlengde hiervan de eigen aard van de professionele zorgrelatie? Wanneer is een zorgrelatie professioneel te noemen?

Een bijzondere relatievorm

"Het moet wél van twee kanten komen" hoor je een stel verzuchten dat al enige tijd met elkaar optrekt, maar merkt dat een goede relatie niet vanzelf gaat. Logisch: in een relatie gaat het om twee kanten, om de wisselwerking. Als de één het laat afweten, houdt de ander het niet vol.

Daar ligt direct een opvallend onderscheid als je een professionele zorgrelatie vergelijkt met andere (zorg)relaties. Er is een onderscheid te maken in lots- en keuzerelaties. Sommige relaties kies je zelf: vriendschappen, een partner, met wie je uit wilt gaan, soms wie je als collega wilt. Je kunt terugkomen op deze keuze, eraan twijfelen, je keuze afwegen tegen alternatieven. Als twee mensen deze keuze hebben gemaakt, kun je elkaar eraan herinneren en van beide kanten kan een inspanning worden gevraagd om de relatie goed te maken of te houden.

Maar veel relaties overkomen je. Je familie of je buren kies je niet, noch je schoolklas of de mensen binnen de kerkelijke gemeente. In de zorg lopen die twee type relaties door elkaar. De professional kiest ervoor (betaald) iets voor anderen te doen. Dat is een keuzeelement, maar vervolgens weet je niet wie aan je zorg wordt toevertrouwd. Het kan geweldig klikken, maar ook helemaal niet. Professioneel gezien mag je je niet afkeren van een cliënt die je niet aardig vindt, want je hebt je beschikbaar gesteld voor willekeurig wie er zorg nodig heeft.

Tegelijk is het zo dat degene die zorg behoeft, vrijwel nooit zelf daarvoor kiest. Ziekte, handicap, ongeluk, ouderdom: het komt op je pad en dat brengt je in verbinding met zorgverleners. De suggestie van overheid en zorgverzekeraars dat daarin van alles te kiezen valt - je eigen zorgpakket, het ziekenhuis en de arts door wie je geopereerd wilt worden, welk verpleeghuis het meest aanspreekt - is te optimistisch. We zijn geen‘kritische zorgconsumenten', maar doen noodgedwongen een beroep op zorg en meestal heb je maar te accepteren welke zorgverleners je treft.

Hoe die relatie vorm geven?

Dat is ingewikkelder dan je op het eerste gezicht zou denken. Het lijkt simpel: de één heeft een probleem, is ziek of heeft een ongeluk gehad, en dat vraagt om een oplossing. Taak van de zorgverleners is om het probleem te verhelpen.

Het geloof in het kunnen van de deskundigen is groot. Professioneel zorgverlenen lijkt gericht te zijn op doelgericht te handelen om problemen op te lossen. Menig zorgplan binnen de professionele zorg is zo opgezet: probleemomschrijving - (her)formulering van de zorgvraag in behandelbare termen die past bij de desbetreffende zorgverlener (de verzorgende formuleert andere doelen dan het maatschappelijk werk of de fysiotherapeut), en daaruit volgen concrete zorgdoelen en behandelplannen. Langs vaste procedures en instrumenten verloopt daarna het zorgverleningproces. Als de doelen zijn gerealiseerd, trekt de zorgverlener zich terug en kan - idealiter - de zorgvrager weer helemaal of gedeeltelijk voor zichzelf zorgen.

Maar is dit de kern van zorg? Carlo Leget1 duidt met verwijzing naar Aristoteles op het verschil tussen vormen van handelen die je ‘maken' of ‘produceren' kunt noemen. Voel het verschil in de volgende situaties: je fietsband is lek en moet geplakt. Dat is geslaagd zodra het resultaat is dat de band niet meer leegloopt. Het doel van de handeling ligt hierbij buiten de handeling zelf. Het maakt niet uit wie die band plakt, áls je maar weer kunt fietsen! Het kan óók zijn dat het doel in de handeling zélf ligt (en minder in het resultaat). Een etentje met vrienden is niet geslaagd wanneer het toetje op is. Het etentje is een doel op zichzelf omdat daarin de vriendschap wordt vormgegeven en beleefd. Het eten kan nog zo lekker zijn, maar een etentje met vrienden is niet geslaagd wanneer er ruzie ontstaat.

Zorgen heeft iets van beide vormen van handelen. In sommige opzichten is zorgen te vergelijken met banden plakken en produceren. Zorg vraagt om vaardigheidheden die geoefend moeten worden. En resultaten dóen er toe. Maar omdat zorg niet over fietsen maar over mensen gaat, is er altijd tegelijkertijd ook die andere dimensie: de dimensie van een betrekking die ontstaat. Zorgen is in zichzelf zinvol. Degene die zorgt of voor wie gezorgd wordt, merkt dat er altijd betekenis zit in de zorg zelf.

In de huidige opvattingen van professionaliteit zit veel nadruk op het behalen van resultaten (effectiviteit) op een efficiënte manier. Ooit noemde iemand de moderne Medische Centra (ook al geen ziekenhuizen meer!) een soort ‘kwik-fit' waar zo snel mogelijk gerepareerd wordt. Patiënten worden zo tot object van zorg in plaats van subject. Tot een nummer van het ponsplaatje of de ‘blindedarm' van kamer 20 in plaats van een mens die tobt, pijn heeft en ook zelf ideeën heeft over hoe het verder moet.

Maar ook in de professionele zorg gaat het om de betrekking. De meeste klachten gaan niet over de (medische) fouten die er gemaakt zijn, maar over onzorgvuldige bejegening en missers in de communicatie.

Professionele zorg

Daarom onderschrijf ik van harte de definitie die Annelies van Heijst geeft voor zorg als ‘een manier van doen, in op mensen afgestemde betrekkingen, waarbij de zorgdrager ook afstemt op zichzelf.'2

In een zorgrelatie moet worden gezocht naar wat nodig en goed is. Dat moet van twee kanten tot stand worden gebracht. Dat betekent dat een goede professional niet louter een ‘toepasser' is van technische handelingen die deskundig uitgevoerd moeten worden, maar vooral telkens weer - vanuit de eigen deskundige achtergrond - inschattingen maakt door goed te luisteren en te kijken wat er concreet aan de hand is, en daarop reageert. En er vervolgens nog eens voor zichzelf ook over nadenkt.

In de zorg is de betrekking altijd aan de orde. Jammer dat binnen de professionele zorg de visie op zorg vandaag de dag meer en meer lijkt te versmallen tot het volgen van protocollen, het verrichten van taken volgens de regels en er eigenlijk weinig of geen tijd meer is voor ‘extraatjes' zoals een ‘praatje' of iets samen ondernemen dat búiten de precies omschreven zorgpakketten valt.

Met respect zie ik hoe professionals erin slagen om meer en meer aan te sluiten op de vragen, wensen en behoeften van degene voor wie men zorgt. Een hele kunst om je telkens weer te verplaatsen in die ander. Binnen een kwartier kun je in een verpleeghuis in zeer verschillende situaties komen en is het zaak de goede aansluiting te vinden. De ene bewoonster kun je uitnodigen om mee te gaan naar het eten door joviaal te zeggen ‘kom Miep, we gaan weer eten', en de ander zul je vriendelijk verzoeken ‘zich te begeven naar de eetzaal, waar het diner zal worden geserveerd.' Bij de één moet je niets over geloven of God zeggen, bij de ander zeggen de wandbordjes veel over wat iemand houvast geeft.

In de professionele zorgrelatie gaat het om afstemming. Oprechte nieuwsgierigheid om op een open manier de ander tegemoet te treden, is daarbij de basis.

Zorgethiek

Vervolgens zijn er verschillende elementen te onderscheiden, zoals de Amerikaanse Joan C. Tronto heeft aangeduid:3

Zorgen begint bij de aandacht voor de ander. (caring about). De ánder is bepalend en sturend.

Zorgen moet georganiseerd worden. Iemand moet verantwoordelijkheid nemen om te zorgen en erin geloven dat hij/zij iets kán doen. (taking care of) Zorgen moet op een deskundige, competente manier gebeuren en vindt plaats in hele concrete handelingen en ontmoetingen. (care-giving)

Zorgen betekent: kijken of de zorg adequaat is (geweest) (care receiving). Dit betekent vragen om reactie van (afstemming met) degene die zorg ontvangt.

Professioneel = zich verbinden

Zo krijgt de term ‘professioneel' inhoud in zijn oorspronkelijke betekenis van ‘zich verbinden'4. Het lijkt me van belang die inhoud voor ogen te houden in een tijd waarin ‘professioneel' vaak de klank heeft van ‘afstand kunnen houden', ‘je niet laten raken door de ellende' omdat het in de professionele zorgrelatie toch vooral (alleen?) zou gaan om de deskundigheid. Juist ook in de professionele zorgrelatie gaat het om de verbinding tussen jezelf en de ander, én de verbinding met jezelf om het in dit werk goed vol te kunnen houden.

Wat doet het je dat je (als professional werkend) al dat leed elke dag weer meemaakt? Wat betekent het voor je zelf als je een leeftijdsgenoot verzorgt die is getroffen door een vreselijke ziekte? Hoe ga je ermee om als je vrijwel elke twee dagen iemand ziet overlijden in het verpleeghuis? Als dat ‘normaal' voor je gaat worden, verlies je contact met jezelf. Voor dergelijke vragen dient tijd en ruimte te worden gemaakt voor de professionals via ‘zorg voor zorgenden' en intervisie. Om te benoemen hoe je in relatie staat met degenen voor wie je zorgt, maar ook voor jezelf. Zorg-saamheid begint (je maakt je keuze om in de zorg te werken) en eindigt (reflectie op wat je meemaakt) met jezelf om er werkelijk als professional voor ánderen te kunnen zijn.

Noten

  1. Carlo Leget, Van levenskunst tot stervenskunst. Over spiritualiteit in de palliatieve zorg, Tielt 2008, pag. 183
  2. Annelies van Heijst, Menslievende zorg: een ethische kijk op professionaliteit, Kampen 2005
  3. Uitvoerig toegelicht, besproken en toegepast op de zorgpraktijk in: Inge van Nistelrooy, basisboek zorgethiek. Over menslievende zorg, moreel beraad en de motivatie van verpleegkundigen, Heeswijk 2008
  4. Vgl. Annelies van Heijst, van professie naar professionaliteit in: Martien Pijnenburg & Paul van Mansum, Voor zorg gekozen: een uitdagende erfenis, pag. 60 - 81