Bittere waarheid, zoete leugen
Wat is jullie liever; de bittere waarheid of de zoete leugen, zo vraag ik een tiental studenten. Ze kijken me even aan. Vervolgens is het antwoord unaniem: de zoete leugen! Ik weet dat dit in de Indonesische cultuur een antwoord is dat ik had kunnen verwachten. Liegen is op zich geen ondeugd en daarom is de leugen, wanneer die zoet is altijd beter dan de waarheid die bitter is. Ik weet ook dat de Indonesische geschiedenis vol is van zoete leugens.
Een poosje terug bezocht ik een tentoonstelling over de geschiedenis van dit land. Voordat de buitenlanders kwamen was het een en al zoetigheid. Maar toen kwamen de Portugezen. Daarna de Hollanders. Vervolgens de Engelsen. En daarna weer de Jappen. Allemaal geweld. Genocide. De tentoonstelling wijdde woord noch beeld aan de interne geweldsgeschiedenis van Indonesië met als hoogtepunt de massa-executies van een paar miljoen landgenoten midden jaren zestig. De zoete leugen is dat alle ellende waar het land nu nog steeds mee kampt van buitenaf komt. Het zoete slachtoffer ontstaat dat niets kan uitrichten. Het overkomt hem allemaal. De bittere waarheid is dat de Indonesiërs al die onderdrukking voor een groot deel zelf blijven uitoefenen. De consequentie is dat niemand de verantwoordelijkheid neemt om dit land te veranderen omdat iedereen slachtoffer is. Dit leidt tot zinloze lethargie. Of, in de woorden van onze huidige minister van financiën, nadat bleek dat de ambtenaren binnen zijn departement het meest corrupt waren: 'aku nggak peduli!', oftewel, 'kan me niet schelen!'.
Terug naar mijn studenten. Ik zie hen nog steeds voor me. Die smoelen krijg ik niet meer weggedacht. Want, zo dacht ik, wanneer de zoete leugen beter is dan de bittere waarheid, dan is het een zoete leugen dat ik hen de bittere waarheid zou kunnen openbaren. De zoete leugen is dat ik namens de PKN in een onderwijsproject zit dat de STT waar ik werk tot één van de theologische topinstituten moet maken in Zuidoost Azië. De zoete leugen is dat ik via onderwijsmethoden en via positieve beïnvloeding een kritisch denkerspotentieel schep dat in de toekomst de dialoog met de andere godsdiensten op een open wijze kan voeren.
Maar de bittere waarheid is dat het vakkenpakket dat ik nu nog onder mijn hoede heb zal worden gehalveerd wanneer ik hier straks niet meer ben. De bittere waarheid is dat driekwart van de ongeveer 250 studenten die ik jaarlijks tentamineer en begeleid geduldig naar mij luistert louter en alleen om het tentamen te halen. De rest zal hen een worst zijn. Wat moet je met Plato in Borneo? Wat heeft Schleiermacher met Medan van doen? De bittere waarheid is dat ik de volgelingen die ik hier heb zo isoleer van het mainstream christendom in Indonesië dat ze straks maar twee keuzes hebben: aanpassen of opkrassen. Een student van me probeerde om de gehoorzaamheid van de kerk aan de staat kritisch te belichten. Had hij van mij geleerd. Hij werd weggehoond. Haast jankend zat hij me dat te vertellen.
Straks ben ik ook weg en was ik slechts een rimpeling in het spiegelgladde wateroppervlak van de Indonesische kerken, een korte - in hun ogen -- liberale interventie in een haast fundamentalistische setting. Ik overdrijf. Maar de bittere waarheid van dit alles werd mij vorige week pijnlijk duidelijk toen mijn collega Nieuwe Testament mij in paniek opbelde. Het boek van Dan Brown, de Da Vinci Code was in het Indonesisch vertaald en de gemeenten waren zeer in verwarring gebracht. Had Jezus echt gevreeën met Maria Magdalena? Was de godheid van Christus geen openbaringsfeit? Was het Thomas-evangelie meer authentiek dan dat van Marcus? Ik moest potverdorie aan mijn collega uitleggen wat hij mij zou hebben moeten uitleggen: de geschiedenis van het gnostieke christendom, de verdwijning van de vrouw uit de kerkelijke ambten, de elitaire spiritualiteit van 12e en 13e eeuwse mythen enzovoort. Ik kwam erachter dat het geloof van mijn collega werkelijk aan het wankelen was gebracht door een pageturner.
Waarom is dit nu zo bitter? Omdat in de opleiding voortdurend de zoete leugen belangrijker is dan de bittere waarheid. Omdat kennis, dogmatiek, geschiedenis, hermeneutiek en filosofie tot de vakken behoren waar je op de kansel toch niet mee uit de voeten zou kunnen. Omdat al zo lang wordt geroepen, overigens ook in Nederland, dat het allemaal practica moet zijn en dat de rest dienend en in mineur op de achtergrond nog slechts geduld mag worden. En dan wordt er een boek vertaald met de bedoeling om geld te maken en niet met de bedoeling om te informeren en dan zakt het hele geraamteloze christendom linea recta door haar broze basis heen. Is het waar? Is het allemaal waar wat Brown zegt? En ik zeg nu cynisch tegen iedereen: jazeker is dat waar! Alles is waar wat Brown schrijft. Bewijs maar eens dat het niet waar is! Wellicht krijg ik hen zo aan het lezen. Maar ik vrees van niet. Immers, wat wordt er nu weer vertaald? Karen Armstrong en J. Verkuyl. Het is een zoete leugen dat ik een onderwijzer ben die in staat is om ook maar iets te veranderen in de situatie van dit massieve christendom waar wij Nederlanders potverdorie medeverantwoordelijk voor zijn.
Het is een zoete leugen dat ik mijn studenten kritisch leer kijken, voelen, proeven en ruiken. Het is een zoete leugen dat ik hen maak tot kritische sensualisten. Deze leugen is mij te lief om op te geven. De bittere waarheid is echter.... Ik durf het niet te zeggen.