Biblia 1.0

Een nieuwe bijbelvertaling is een arbeidsintensief project. Een team van vertalers en taalwetenschappers werkt meerdere jaren aan een nauwgezette overzetting van de bijbeltekst vanuit de brontalen in de doeltaal. De in de bijbelvertaling geïnvesteerde tijd is kostbaar en moet door de opdrachtgever worden terugverdiend. Naast de verkoop van gedrukte exemplaren van de bijbelvertaling zijn ook de auteursrechten een bron van inkomsten. Immers, een veelgebruikte bijbelvertaling wordt ook veel en uitgebreid geciteerd.

Vanuit commercieel oogpunt is dit een heel normale en begrijpelijke gang van zaken. Toch heeft het iets merkwaardigs, dat er geld moet worden betaald voor het citeren en publiceren van teksten die een zeer centrale plaats hebben in onze geloofstradities en niet zijn weg te denken uit onze cultuur. De vertaling is feitelijk slechts (sic!) een bemiddelende toevoeging: de oorspronkelijke tekst in Hebreeuws, Aramees en Grieks is in principe vrij toegankelijk voor iedereen. Deze vrije toegang tot de tekst is bijzonder betrekkelijk voor wie niet of onvoldoende het Hebreeuws, Aramees en Grieks beheerst. De vertaling is hiermee een onmisbare schakel, maar ook de schakel die het auteursrecht in de teksten binnenbrengt.

Op het terrein van de ontwikkeling van computerprogrammatuur (software) heeft een kleine revolutie plaatsgevonden met de opkomst van open source software. De ontwikkeling van open source software gebeurt volgens een afwijkend model, met als meest opvallende kenmerk dat het eindproduct door iedereen gratis te gebruiken is. Dit model, dat lijkt te spotten met de regels van commercie en marktwerking, is sterk verbonden met de opkomst van het internet als communicatieplatform. Interessant is de vraag in hoeverre het mogelijk is dit nieuwe model van softwareontwikkeling toe te passen op andere terreinen, bijvoorbeeld op dat van het bijbelvertalen. Om de mogelijkheden van deze nieuwe methode voor het bijbelvertaalwerk te beschrijven, zal ik eerst in het kort iets vertellen over de manier van werken in de open source gemeenschap.

‘ May the source be with you…’

In het gangbare commerciële model van softwareproductie investeert een onderneming in eerste instantie fors in de ontwikkelkosten. Deze investering moet worden terugverdiend door de verkoop van de software, die gebonden is aan strikte licentievoorwaarden. De gebruiker koopt eigenlijk alleen het gebruiksrecht van een computerprogramma. De software mag niet worden gewijzigd of gekopieerd. Ook mag een gebruiker niet proberen de oorspronkelijke programmeercode te achterhalen, zelfs niet om het product te verbeteren. Er bestaan zelfs softwarelicenties waar in de 'kleine letters' is opgenomen dat het gebruikers niet is toegestaan onderling te communiceren over de eigenaardigheden of tekortkomingen van het product.

In deze situatie van beperkende voorwaarden is een alternatief voorhanden in de vorm van open source software. Deze software is vrij beschikbaar voor iedereen. De licentie waaronder open source software verspreid wordt, legt ook bepaalde beperkingen op aan de gebruiker. Deze beperkende voorwaarden zijn er echter vooral op gericht te voorkomen dat gebruikers de software minder 'vrij' kunnen maken. De licentie bepaalt bijvoorbeeld dat iedereen die de software verspreidt, verplicht is de oorspronkelijke programmeercode (broncode) mee te verspreiden. Ook een kopie van de open source licentie moet bij verdere verspreiding meegeleverd worden. Daarnaast is het iedereen toegestaan wijzigingen en verbeteringen voor eigen gebruik aan te brengen in de broncode. Of de door de gebruiker gewijzigde code onder dezelfde programmanaam verder mag worden verspreid, is afhankelijk van de variant van de open source licentie die wordt gehanteerd.

Open source software is meestal geen product van een enkele auteur, maar resultaat van een samenwerking tussen diverse auteurs, die niet zelden duizenden kilometers van elkaar verwijderd werken en wonen. Voor deze projectmatige samenwerking wordt het internet gebruikt als ontwikkellaboratorium, discussieplatform en virtueel kantoor tegelijk.

Een van de bekendste voorbeelden van open source software is het computerbesturingssysteem Linux. De oorspronkelijke auteur van Linux, de Fin Linus Torvalds, bood in 1991 zijn eerste ontwerp voor een nieuw besturingsysteem aan op internet, met de oproep aan andere programmeurs om zijn product verder te helpen ontwikkelen. Linux is inmiddels beschikbaar in een aantal varianten, zogenaamde distributies. Een van deze distributies, Debian GNU/Linux, is in dit verband een interessant voorbeeld. Anders dan bij een aantal grote Linux-distributies wordt de ontwikkeling van Debian niet aangestuurd door een bedrijf dat in open source software investeert, maar ligt deze ontwikkeling volledig in handen van een gemeenschap van programmeurs en gebruikers. Deze gemeenschap verklaart zich gebonden aan een sociaal contract (Debian Social Contract) en de 'Debian Richtlijnen voor Vrije Software'. In het contract en de richtlijnen staan de onderlinge afspraken beschreven die er voor moeten zorgen dat de vrije software ook werkelijk 'vrij' blijft.

Veel belang wordt gehecht aan het onderscheid tussen de begrippen 'vrij' en 'gratis'. Software die alleen vrij (free) is in de betekenis van 'gratis', is nauwelijks vrij te noemen. Het is gebruikers doorgaans verboden deze software verder te verspreiden en ze mogen de software vrijwel zeker niet zelf aanpassen of verbeteren. Dergelijke 'gratis' software wordt vaak gebruikt als promotiemateriaal om een ander, gerelateerd product aan te prijzen. Er is geen enkele garantie dat deze software ook gratis zal blijven. Het verschil tussen de twee begrippen wordt heel pakkend verwoord in de uitspraak: "To understand the concept, you should think of 'free'' as in 'free speech', not as in 'free beer'."

De kern van de Debian-gemeenschap bestaat uit bijna duizend softwareontwikkelaars over de hele wereld. De meeste van deze vrijwilligers hebben elkaar nog nooit in levende lijve ontmoet en communiceren hoofdzakelijk via e-mail. De ontwikkeling van Debian is opgesplitst in onderdelen, met voor elk onderdeel een eigen coördinator, die bij de omvangrijkere onderdelen weer aan het hoofd staat van een team van ontwikkelaars. Via een uitgebreid stappenplan kan men zich als Debian-ontwikkelaar aanmelden. In principe begint elke software-ontwikkelaar onderaan de ladder en klimt op grond van bewezen programmeerkwaliteiten en inzet voor het project. Ook de gebruikers van Debian die niet beschikken over programmeerkennis hebben een belangrijke rol in het melden van fouten, vastlopers en andere inconsistenties in het product. Verder is er ruimte voor vertalers, juristen en creatievelingen op andere terreinen om hun kennis en capaciteiten voor het project nuttig te maken. Bestuur en besluitvorming zijn democratisch georganiseerd. Wanneer er belangrijke knopen in het project moeten worden doorgehakt, wordt er eerst aan de hand van schriftelijke voorstellen door de betrokken ontwikkelaars over de oplossing gediscussieerd. Daarna wordt het beste voorstel in stemming gebracht.

Open source software heeft inmiddels bewezen geen zaak van idealistische dromers te zijn. Grote ondernemingen als Hewlett Packard en IBM investeren in open source software, omdat deze investeringen hen direct profijt opleveren in de vorm van kennisoverdracht en vernieuwing.

De open source bijbelvertaling

Is dit open source model toe te passen op andere terreinen? Biedt de open source methode van werken genoeg mogelijkheden voor het werk aan een bijbelvertaling? Deze vraag is nog grotendeels theoretisch van aard. Toch is er genoeg aanleiding om te denken dat een dergelijke onderneming kans van slagen heeft.
Het voorbeeld van de ontwikkeling van Debian laat zien dat de omvang van het project op zichzelf geen probleem hoeft te zijn. Veel zal afhangen van de wijze waarop de eerste lijnen worden uitgezet: taakverdeling, projectcoördinatie, kwaliteitsbewaking en een heldere voortgangsrapportage om de diverse vrijwilligers bij het project betrokken te houden. Het internet biedt daarbij een uitstekend platform voor de onderlinge communicatie.

Een open source bijbelvertaling zal niet direct de bijbelvertalingen kunnen vervangen die gemaakt zijn volgens de meer 'klassieke' methode van werken, met een team van betaalde krachten wiens expertise en kwaliteiten vooraf zijn vastgesteld. Die pretentie hoeft het project ook niet te hebben om waardevol te zijn. De waarde van een open source vertaling zal liggen in de concentratie van kennis en inzicht die ontstaat uit de samenwerking tussen meer personen dan er in een commerciële setting kunnen worden samengebracht.

De bijbelvertaling met auteursrechten is vrij statisch: het eindproduct, de vertaalde tekst, komt na jaren van intensieve arbeid vast te liggen. Deze tekst is bedoeld om jaren mee te kunnen in het gebruik en er kan dan ook nog maar weinig aan veranderd worden. Mochten er in het gebruik nieuwe inzichten met betrekking tot de vertaalde tekst doorbreken, dan zal bij hoge uitzondering in een herdruk een aanpassing plaatsvinden. Zo'n naderhand aangedragen inzicht is eigenlijk ook meer materiaal voor een volgende vertaling. Het incidenteel opnemen van aanpassingen in de bestaande, statische vertaling, kan gemakkelijk leiden tot anachronismen. Immers, elke bijbelvertaling is ook een tijdsopname, product van het op dat moment verzamelde vertaalteam en tegelijkertijd een neerslag van heersende taalkundige, exegetische en theologische inzichten.

De open source bijbelvertaling heeft als grote voordeel dat er een vertaalde bijbeltekst beschikbaar komt die vrij te reproduceren en te verspreiden is. Ook heeft deze tekst een minder statisch karakter, omdat ze voortdurend in ontwikkeling is, met een continue inbreng van mensen uit zeer diverse disciplines. Er is sprake van een voortgaand proces van publicatie: voor een gedrukte uitgave kan het project op een zeker moment worden 'bevroren', om vervolgens direct weer te worden voortgezet. De 'gewone' bijbellezer kan in een dergelijk project tevens een aandeel krijgen: ervaringen met de vertaalde tekst zijn evenzogoed aanvullingen die licht kunnen werpen op het karakter van de vertaling en de werking van een bijbelvertaling in de praktijk. Te denken valt aan deelprojecten waarin een poging wordt gedaan zeer specifieke ervaringen met de tekst te evalueren en zo vruchtbaar te maken voor de vertaling, bijvoorbeeld op het terrein van exclusief en inclusief taalgebruik, intercultureel bijbellezen, politieke aspecten van de vertaalde tekst e.d.

Zo'n open source bijbelvertaling zal uiteindelijk honderden auteurs kennen. Maar het mooie is… die kenden de oorspronkelijke teksten ook.

 

Verder in het Web

Een deel van de hierboven beschreven mogelijkheden wordt al verkend door uiteenlopende groepen en personen. Enkele interessante internet-initiatieven op het gebied van bijbelvertalen verdienen hier dan ook een speciale vermelding.

www.schriftlezing.nl
Doorzoekbare database met vertaalde bijbelpassages, opgezet door de Dirk Monshouwer Stichting. Een team van gekwalificeerde vertalers levert bijbelvertalingen aan van passages, veelal die van de kerkelijke lezingen van het Oecumenische Leesrooster. Gebruikers van www.schriftlezing.nl kunnen de vertaalde teksten zelf van voetnoten voorzien, die dan vervolgens ook voor andere gebruikers van de site zichtbaar zijn. De website van dit ambitieuze project is helaas behoorlijk ondoorzichtig, waardoor het navigeren door de informatie en het zoeken in de database zelfs voor de gevorderde internetgebruiker een lastige klus blijft.

Netbible
The Biblical Studies Foundation biedt een engelstalige open source bijbel aan, via het internet. Deze Amerikaanse organisatie met evangelicale inslag heeft een team van bijbelwetenschappers bereid gevonden een bijbelvertaling te maken vrij van auteursrechten. Het open source karakter van deze vertaling ligt dan ook met name in de mogelijkheid tot vrije verspreiding van de teksten. De vertalers staan wel open voor suggesties van lezers, maar de opzet van het vertaalproject is ook hier behoorlijk 'gesloten'.

OSIS
Met de Open Scripture Information Standard probeert de Bible Technologies Group, een platform waarin diverse bijbelvertaalorganisaties vertegenwoordigd zijn, te komen tot een universeel (digitaal) formaat om de bijbeltekst te coderen en zo bijvoorbeeld de distributie en productie van de tekst te vereenvoudigen. De definitie van dit OSIS-formaat (een variant van XML) is open source, de vertaalde teksten die in dit formaat door de uitgevers worden geleverd doorgaans niet. Wel bevordert een dergelijke open standaard de mogelijkheden tot het uitwisselen en onderling koppelen van bijbelvertalingen.

SemanticBible.com
Een voorbeeld van een project waarin de OSIS-standaard op creatieve wijze wordt toegepast en verder gevoerd. In de HyperConcordance wordt een poging gedaan de tekst van het Nieuwe Testament met behulp van hyperlinks te 'ontsluiten': een experiment met een navigatiemethode gebaseerd op de betekenis van woorden in hun context. Het Semantically-Annotated New Testament Project (SemANT) gaat nog een stap verder en streeft naar een vertaling op basis van 'formal semantic representation'. SemanticBible.com is een open source project in de dop: de auteur van deze site doet een voorzet en nodigt iedereen die ter zake kundig is uit om mee te denken.